De mogelijkheid tot overdracht van personeel (statutair en contractueel) staat ingeschreven in de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van de gemeente Arendonk (zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 8 november 2021), alsook in deze van het AGB Arendonk dewelke thans integraal de lokale rechtspositieregeling uitmaakt van het personeel van het AGB Arendonk (cfr. artikel 14, §4 van de beheersovereenkomst AGB), meer bepaald in Titel IX – Overdracht personeel.
Er werd een ontwerp van overnameovereenkomst tussen de gemeente Arendonk en het AGB Arendonk opgesteld, dewelke aan de gemeenteraad ter goedkeuring wordt voorgelegd, teneinde de modaliteiten van de overdracht van de contractuele personeelsleden te reguleren.
Het dient benadrukt te worden dat de personeelsleden van het AGB Arendonk louter juridisch worden overgedragen naar de gemeente Arendonk, zodoende worden er geen wijzigingen aangebracht aan de functiebeschrijvingen van de personeelsleden, in het bijzonder blijven zij hun taken die ze ten behoeve van het AGB Arendonk uitoefenen.
Er werd een ontwerp van addendum aan de arbeidsovereenkomst opgesteld, dewelke een overeenkomst betreft tussen de gemeente Arendonk en elk individueel personeelslid dat wordt overgedragen.
Op 21 oktober 2021 werd de overdracht van het personeel van het AGB Arendonk door de gemeente Arendonk op het Bijzonder Onderhandelingscomité gebracht, alsook werd het addendum aan de arbeidsovereenkomst voorgelegd aan de representatieve vakorganisaties. Deze onderhandelingen resulteerde in een protocol van akkoord van 21 oktober 2021.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om:
De overdracht van het personeel van het AGB Arendonk naar de gemeente Arendonk zal pas uitvoerbaar zijn op het ogenblik dat de overnameovereenkomst door zowel het AGB Arendonk als de gemeente Arendonk is ondertekend.
Het AGB Arendonk werd opgericht op 16 december 2013 en betreft een autonoom gemeentebedrijf dewelke beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende taken vervult. Het AGB heeft als doel de exploitatie van infrastructuren bestemd voor onderwijs, culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning.
Vermits AGB Arendonk de exploitatie van de sportinfrastructuur heeft overgenomen van een gemeentelijke VZW, diende het AGB Arendonk bij de oprichting deze personeelsleden over te nemen overeenkomstig de geldende regelgeving. Daarnaast kan het AGB Arendonk, overeenkomstig artikel 14 van de beheersovereenkomst tussen de gemeente Arendonk en het AGB Arendonk, zoals laatst gewijzigd op 18 november 2019, eigen personeel (zowel contractueel als statutair) aanwerven.
Zowel AGB Arendonk als de gemeente Arendonk zijn vragende partij om de eigen personeelsleden van het AGB Arendonk over te dragen naar de gemeente Arendonk. Sinds de integratie van OCMW en gemeente is er een eengemaakte personeelsdienst, waardoor ook de personeelsadministratie en beleid van het AGB best ook wordt uitgevoerd door de eengemaakte personeelsdienst. Daarnaast blijkt dat, overeenkomstig artikel 185, §3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf van die gemeente elkaar personeel kan overdragen, met behoud van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen. Dit moet ook nader bepaald zijn in de rechtspositieregeling van hun personeel.
De gemeenteraad neemt kennis van het protocol van akkoord van 21 oktober 2021 onderhandeld door het Bijzonder Onderhandelingscomité en de waarborgen voor het personeel die hierin zijn opgenomen.
De gemeenteraad keurt de overeenkomst goed aangaande de overdracht van het personeel van het AGB Arendonk naar de gemeente Arendonk, inclusief bijlagen.
De overdracht van het personeel van het AGB Arendonk naar de gemeente Arendonk zal pas uitvoerbaar zijn op het ogenblik dat de overnameovereenkomst door zowel het AGB Arendonk als de gemeente Arendonk is ondertekend.
De syndicale organisaties hebben op 21 oktober 20201een protocol van akkoord verleend.
Deze wijzigingen treden onmiddellijk in werking.
Het gemeentebestuur kan personeel van de gemeente, AGB Arendonk en OCMW Arendonk tussen de verschillende gebruikers onderling overdragen.
De wijziging van titel IX - Overdracht personeel van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel wordt goedgekeurd.
Deze beslissing zal voor verder gevolg overgemaakt worden aan de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden van de Vlaamse Gemeenschap te Antwerpen.
De syndicale organisaties hebben op 21 oktober 2021 een protocol van akkoord verleend.
De aanwervingsvoorwaarden voor de functie 'administratief medewerker' zijn verouderd en moeten gewijzigd worden.
De aanwervingsvoorwaarden voor de betrekking van administratief medewerker worden goedgekeurd.
Dit besluit wordt, met alle bijlagen, overgemaakt aan de provinciegouverneur (Agentschap voor Binnenlands Bestuur - Afdeling Antwerpen).
De syndicale organisaties hebben op 21 oktober 2021 een protocol van akkoord verleend.
De aanwervingsvoorwaarden voor de functie 'poetsmedewerker' zijn verouderd en moeten gewijzigd worden.
De aanwervingsvoorwaarden voor de betrekking van poetsmedewerker worden goedgekeurd.
Dit besluit wordt, met alle bijlagen, overgemaakt aan de provinciegouverneur (Agentschap voor Binnenlands Bestuur - Afdeling Antwerpen).
De syndicale organisaties hebben op 21 oktober 20201een protocol van akkoord verleend.
Deze wijzigingen treden in werking op 1 januari 2022.
Om aanwervingen binnen knelpuntberoepen (volgens de lijst gepubliceerd door de VDAB) toegankelijker te maken zullen vanaf 1 januari 2022 alle relevante beroepservaringen in aanmerking worden genomen.
De wijziging van Hoofdstuk 10 De administratieve anciënniteiten van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel wordt goedgekeurd.
Deze beslissing zal voor verder gevolg overgemaakt worden aan de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden van de Vlaamse Gemeenschap te Antwerpen.
We zijn reeds aangesloten bij de dienst informatieveiligheid aangeboden door Welzijnszorg Kempen.
De oprichting van de zelfstandige groepering heeft tot doel de facturatie volgens de wettelijke voorschriften te laten verlopen en de BTW uitgaven te beperken.
Zo kunnen we blijven genieten van de diensten aangeboden door de dienst informatieveiligheid Welzijnszorg Kempen.
De gemeente/het OCMW is sinds 15 mei 2014 aangesloten bij de dienst Informatieveiligheid aangeboden door Welzijnszorg Kempen.
Welzijnszorg Kempen heeft een intensief extern begeleidingstraject doorlopen om te komen tot een oplossing voor de dienstverlening informatieveiligheid naar de lokale besturen. Aan de basis van dit traject lag onder andere de BTW-regelgeving waar de dienstverlening aan moet beantwoorden, het advies van de organisatie-brede audit van Audit Vlaanderen in 2020 en de impact van de integratie van de gemeentes en OCMW’s op vlak van facturatie voor Welzijnszorg Kempen.
Het resultaat van het traject is het voorstel tot de oprichting van een zelfstandige groepering zonder rechtspersoonlijkheid. Dit voorstel werd door de Raad van Bestuur van Welzijnszorg Kempen goedgekeurd. Het doel van deze zelfstandige groepering is om de huidige werking te waarborgen met vrijstelling van BTW.
De zelfstandige groepering is een specifieke figuur binnen de btw-regelgeving die toestaat uitgaven en middelen te groeperen en vervolgens vrij van btw te verdelen. Hierbij worden de afspraken met betrekking tot de samenwerking, de inzet van het gemeenschappelijk personeel, de besluitvorming en de kostendeling in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd. Het betreft een samenwerking met een duurzaam karakter.
De samenwerkingsovereenkomst werd op 22 september 2021 door de Raad van Bestuur van Welzijnszorg Kempen goedgekeurd en wordt voorgelegd aan de participerende besturen. De samenwerkingsovereenkomst werd mee bezorgd.
De werking van de dienst en de bestaande dienstverlening aan de lokale besturen, IOK Afvalbeheer en Welzijnszorg Kempen wordt op basis van deze samenwerkingsovereenkomst verder gezet.
De omschakeling naar een zelfstandige groepering heeft geen impact op het reeds voorziene budget. De principes van kostendeling die reeds vroeger werden overeengekomen blijven in deze werkwijze behouden.
De gemeenteraad keurt de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst tot oprichting en uitbating van de betreffende zelfstandige groepering WZK Dienstverlening ZG goed (bijlage 1).
De gemeenteraad vaardigt schepen Marina Gys af naar de stuurgroep van de zelfstandige groepering.
Aanvullend bij het Vlaams en provinciaal detailhandelsbeleid wil ook het gemeentebestuur werk maken van een lokaal detailhandelsbeleid. In de periode november 2016 - juni 2017 deed de gemeente daarom beroep op ondersteuning van een detailhandelscoach in het kader van de projectoproep COOP-DH (coach-operatie detailhandel) van de Provincie Antwerpen. De detailhandelscoach heeft het gemeentebestuur begeleid om, gesteund op een grondige, zowel kwantitatieve als kwalitatieve analyse van de situatie in de gemeente anno 2016 en betrokkenheid van de lokale handelaars, 1° een juiste afbakening van kernwinkelgebied vast te leggen, 2° vorm te geven aan een duidelijke visie omtrent detailhandel en 3° de aanzet heeft gegeven voor mogelijke maatregelen en acties. Leegstand was één van de aandachtspunten daarbij. Op 9 april 2018 keurde de gemeenteraad het Strategisch Commercieel Plan goed en werd het kernwinkelgebied afgebakend.
In 2017 liep een oproep ‘premiestelsels kernwinkelgebied 2017' met als doelstelling om de gemeenten verder aan te zetten tot financiële maatregelen ter versterking van het kernwinkelgebied. Deze oproep kaderde in het programma 'Handelskernversterking' waarbij de Vlaamse overheid 13 miljoen euro ter beschikking stelt om de steden en gemeenten te ondersteunen bij hun kernversterkend detailhandelsbeleid. Op 30 juni 2017 diende de gemeente Arendonk een aanvraag in en deze werd door de minister goedgekeurd. Gemeente Arendonk had recht op een subsidie tot maximaal € 32 500 (Ministerieel besluit van 3 oktober 2017). De gemeenteraad keurde op 18 december 2017 het subsidiereglement kernversterkend detailhandelsbeleid goed. De initiële projectperiode van de gemeentelijke subsidie kernversterkend detailhandelsbeleid met de daaraan verbonden Vlaamse cofinanciering liep van 2018 tot en met 2020. In 2020 kreeg de gemeente de mogelijkheid om de projectperiode van de Vlaamse cofinanciering met een jaar te verlengen. Die aanvraag werd door de minister goedgekeurd (Ministerieel besluit van 20 juli 2020). De gemeenteraad keurde op 12 oktober 2020 de verlenging van het subsidiereglement kernversterkend detailhandelsbeleid goed, tot en met 31 december 2021.
Een subsidie in functie van de reactivering van leegstaande handelspanden in het kernwinkelgebied door starters of verhuizers, met als doelstelling om detailhandel in Arendonk binnen het kernwinkelgebied te concentreren, te stimuleren en te activeren, is één van de maatregelen binnen het Strategisch Commercieel Plan.
Sinds de opstart in 2018 konden al 8 projecten rekenen op de subsidie kernversterkend detailhandelsbeleid. Er zijn nog leegstaande panden in ons kernwinkelgebied, waar deze subsidie een extra stimulans voor zou kunnen zijn.
Bij de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025 nam de gemeente al het engagement om ook de volgende jaren nog de gemeentelijke subsidie te blijven voorzien, ook zonder Vlaamse cofinanciering. Aangezien er geen Vlaamse cofinanciering meer is, worden de subsidiebedragen verlaagd.
De gemeenteraad keurt het nieuwe subsidiereglement kernversterkend detailhandelsbeleid goed.
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022.
Een dossier met documentatiestukken werd aan de gemeente per brief overgemaakt op 19 oktober 2021.
We worden momenteel allemaal geconfronteerd met het coronavirus COVID-19. Het staat tot op heden niet vast onder welke vorm deze algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden.
Rekening houdend met de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op deze bijeenkomst, wordt gevraagd om een expliciete beslissing over alle voorliggende agendapunten. Op deze manier kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een schriftelijke algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.
Artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
De gemeente Arendonk is aangesloten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA.
De gemeente werd per aangetekend schrijven opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van IKA die op 14 december 2021 plaatsheeft in Aldhem, Jagersdreef 1, 2280 Grobbendonk.
De agenda van de buitengewone algemene vergadering van IKA van 14 december 2021 bevat volgende agendapunten:
De gemeenteraad, na onderzoek van de documenten die bij de oproeping zijn gevoegd, hecht zijn goedkeuring aan de dagorde en de afzonderlijke punten van de dagorde van de Buitengewone Algemene Vergadering van de dienstverlenende vereniging IKA van14 december 2021:
Gunter Spapen, de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Algemene Vergadering van de dienstverlenende vereniging IKA op 14 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), stemt zijn stemgedrag af op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van voormelde besluiten en verricht onder meer de kennisgeving hiervan aan het secretariaat van intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres lieven.ex@fluvius.be.
Een dossier met documentatiestukken werd aan de gemeente per brief van 24 september 2021 overgemaakt.
Momenteel worden we geconfronteerd met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden.
De huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst, vragen om een expliciete beslissing over alle voorliggende agendapunten. Op deze manier kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een schriftelijke algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.
artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering
De gemeente is voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Iveka.
De gemeente werd per aangetekend schrijven van 24 september en 1 oktober 2021 opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van Iveka die op 14 december 2021 plaatsheeft in 'Aldhem, Jagersdreef 1, 2280 Grobbendonk'.
De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Iveka van 14 december 2021:
De gemeenteraad draagt Alek Dom, de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Iveka op 15 juni 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Iveka, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres: vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
De voorgelegde documenten omvatten de verslaggeving omtrent de geplande activiteiten en de begroting voor 2022. Daarnaast worden nog volgende punten behandeld: toetredingen en/of uitbreidingen van de opdracht van Pidpa bij verschillende gemeenten en benoemingen.
De gemeente is deelnemer aan de opdrachthoudende vereniging Pidpa.
Op vrijdag 17 december 2021 om 11.30 uur organiseert Pidpa een buitengewone algemene vergadering op afstand.
De agenda van deze buitengewone algemene vergadering is als volgt :
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze agendapunten goed te keuren.
Historiek
Brief van Pidpa van 22 oktober 2021 met agenda en bijlagen:
Besluit van gemeenteraad van 11 maart 2019 betreffende de aanduiding van:
voor de huidige legislatuur op de algemene vergaderingen van Pidpa.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de door de raad van bestuur van Pidpa voorgelegde begroting 2022 en het toelichtend verslag.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de toetreding/uitbreiding van opdracht.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de benoemingen.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de ‘Code van goed bestuur’.
Aan de vertegenwoordiger wordt de opdracht gegeven om op de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2021, overeenkomstig deze beslissing te stemmen evenals op elke andere algemene vergadering die wordt samengeroepen ter behandeling van de agendapunten van deze buitengewone algemene vergadering.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en zal onverwijld een afschrift van deze beslissing bezorgen aan Pidpa, Desguinlei 246 te 2018 Antwerpen.
1. Statutenwijziging
1.1 Artikelsgewijze goedkeuring bij de voorgestelde statutenwijziging IOK
Wijziging artikel 2 - Rechtsvorm
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 397 van het Decreet over het Lokaal Bestuur(DLB).
Het huidige ondernemingsrecht in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen maakt niet langer gebruik van de begrippen ‘handelsdaden’ en ‘handelaar’ tussen handels- en burgerlijke vennootschappen. Het Wetboek van koophandel maakte voordien dat onderscheid dat bepalend was voor de bevoegdheid van de rechtbank, het toepasselijk bewijsrecht en het toepassingsgebied van de faillissementswet. Deze verwijzing werd destijds (1922) in de wet opgenomen om aan te duiden dat intercommunales winstbejag niet als doel konden hebben en is sindsdien hernomen in latere wetten en decreten. Er bestaat ondertussen duidelijkheid over het statuut van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden als publiekrechtelijke organen met een sui generis statuut, vooral vanuit fiscaalrechtelijk perspectief.
De verwijzing naar de coöperatieve vennootschap is logisch aangezien deze rechtsvorm aansluit bij de vroegere rechtsvorm van de CVBA, die niet langer bestaat.
Ook de verwijzing naar het nieuwe Wetboek van vennootschappen en vereniging is nieuw.
Wijziging artikel 3 – Maatschappelijk doel
Zoals gebruikelijk wordt het maatschappelijk doel geactualiseerd als gevolg van de uitbreiding van de dienstverlening op vraag van de deelnemers.
Concreet wordt de kostendelende dienstverlening door IOK van de gezamenlijke invulling van de verplichtingen en bevoegdheden in de handhaving milieu, uitgebreid met de kostendelende invulling van de gemeentelijke verplichtingen en bevoegdheden in de handhaving ruimtelijke ordening.
Wijziging artikel 6 – Hoedanigheid van de deelnemers
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 396 DLB.
Er wordt een mogelijkheid toegevoegd voor een Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS) om toe te treden tot een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid.
Op die manier kan IOK ook Nederlandse gemeenten bedienen waarmee Vlaamse gemeenten structureel samenwerken.
Bij IOK is dit een theoretische mogelijkheid zonder actuele concrete invulling.
Wijziging artikel 7 – Maatschappelijk kapitaal en toereikend eigen vermogen
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 451 DLB.
In artikel 451 DLB wordt de bepaling van artikel 6:4 Wetboek van vennootschappen en verenigingen ingeschreven die bepaalt dat de vereniging moet beschikken over een eigen vermogen dat, mede gelet op andere financieringsbronnen, toereikend is in het licht van de bedrijvigheid.
Wijziging artikel 14 – Aanvraag tot toetreding
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 396 DLB.
Ook hier wordt de mogelijkheid van een aanvraag door een BGTS toegevoegd.
Wijziging artikel 16 – Uittreding
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 422 DLB.
Gelet op de vooropgestelde evolutie van de herindeling van het bestuurlijk landschap door de vorming van regio’s moet het voor een gemeente mogelijk zijn om in overeenstemming met deze herindelingen uit te treden uit een dienstverlenende vereniging, op voorwaarde dat de deelgenoten daar met een drievierdemeerderheid mee instemmen en er een eventuele schadevergoeding betaald wordt aan de vereniging en de andere deelnemers.
Ook wordt bepaald dat een nieuwe gemeente (na fusie) kan beslissen dat in het geval dezelfde activiteit van gemeentelijk belang aan verschillende dienstverlenende verenigingen is toevertrouwd, om die activiteit, voor haar gehele grondgebied, toe te vertrouwen aan één daarvan, op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt en een eventuele schadevergoeding wordt betaald aan de vereniging en de andere deelnemers.
De nieuwe gemeente kan er ook voor opteren om de betrokken activiteit voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente geheel of gedeeltelijk in eigen beheer te nemen op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt en een eventuele schadevergoeding wordt betaald aan de vereniging en aan de andere deelnemers.
Wijziging artikel 27 – Organisatie vergadering
Een verder evoluerende digitalisering kan bijdragen aan een efficiënter besluitvormings- en beleidsproces.
Om die reden wordt in de statuten de mogelijkheid ingeschreven om digitaal of hybride te vergaderen door de raad van bestuur.
Een fysieke vergadering blijft de gebruikelijke vergaderwijze. Wel wordt expliciet bepaald dat wanneer de goede werking van de vereniging dit vereist, digitaal of hybride kan vergaderd worden.
Ook een eenparige schriftelijke besluitvorming is mogelijk, in uitzonderlijke omstandigheden wanneer de dringende noodzakelijkheid en het belang van de vereniging dat vereisen.
De werkingsmodaliteiten waaronder de digitale mogelijkheden om onder meer identificatie en (geheime) stemmingen te organiseren worden verder omschreven in het huishoudelijk reglement dat door beslissing van de raad van bestuur kan worden opgemaakt en gewijzigd.
Wijziging artikel 47 – Winstbesteding
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 397 DLB.
Ook hier wordt naar analogie met de wijziging in artikel 2 de verwijzing naar handelskarakter geschrapt.
Wijziging artikel 48 – Verlies
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 456 DLB.
De zogenaamde alarmbelprocedure wordt zoals gewijzigd in het Wetboek, ingeschreven in de statuten.
Het neemt de bepaling van artikel 6:119 Wetboek van vennootschappen en verenigingen over. Dit houdt in dat de raad van bestuur in de toekomst ook de ontbinding van de vereniging kan voorstellen als het netto actief negatief dreigt worden of geworden is. Vanzelfsprekend wordt een strikt besluitvormingsproces voorzien dat inhoudt dat de algemene vergadering hierover beslist onder de voorwaarden bepaald voor de statutenwijziging.
Als het saneringsplan niet of in onvoldoende mate wordt aanvaard kan door de toezichthoudende overheid dwangtoezicht worden toegepast.
2. Activiteitenplan 2022
De gemeenteraad neemt kennis van het activiteitenplan 2022 en sluit zich hierbij aan.
3. Begroting 2022
De gemeenteraad neemt kennis van de begroting 2022 en sluit zich hierbij aan.
4 Varia
De agenda van de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2021 bevat volgende agendapunten:
De gemeenteraad hecht artikelsgewijs goedkeuring aan de voorgestelde statutenwijziging met daarin vervat:
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het activiteitenplan 2022.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de begroting 2022 en de hierin vervatte werkingskosten van de dienstverlenende vereniging IOK.
De volmachtdrager, Boudewijn Westhof, wordt gemandateerd om conform dit besluit te handelen en te beslissen op deze buitengewone algemene vergadering.
1 Statutenwijziging
1.1 Artikelsgewijze goedkeuring bij de voorgestelde statutenwijziging IOK Afvalbeheer
Wijziging artikel 2 – Rechtsvorm
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 397 van het Decreet over het Lokaal Bestuur(DLB).
Het huidige ondernemingsrecht in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen maakt niet langer gebruik van de begrippen ‘handelsdaden’ en ‘handelaar’ tussen handels- en burgerlijke vennootschappen. Het Wetboek van koophandel maakte voordien dat onderscheid dat bepalend was voor de bevoegdheid van de rechtbank, het toepasselijk bewijsrecht en het toepassingsgebied van de faillissementswet. Deze verwijzing werd destijds (1922) in de wet opgenomen om aan te duiden dat intercommunales, winstbejag niet als doel konden hebben en is sindsdien hernomen in latere wetten en decreten. Er bestaat ondertussen duidelijkheid over het statuut van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden als publiekrechtelijke organen met een sui generis statuut, vooral vanuit fiscaalrechtelijk perspectief.
De verwijzing naar de coöperatieve vennootschap is logisch aangezien deze rechtsvorm aansluit bij de vroegere rechtsvorm van de CVBA, die niet langer bestaat.
Ook de verwijzing naar het nieuwe Wetboek van vennootschappen en vereniging is nieuw.
Wijziging artikel 7 – Hoedanigheid van de deelnemers
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 396 DLB.
Er wordt een mogelijkheid toegevoegd voor een Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS) om toe te treden tot een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid.
Op die manier kan IOK Afvalbeheer ook Nederlandse gemeenten bedienen waarmee Vlaamse gemeenten structureel samenwerken.
Zoals opgenomen in de agenda van de Algemene Vergadering van IOK Afvalbeheer wordt de toetreding van BGTS Baarle tot IOK Afvalbeheer op 17 december 2021 voorgesteld.
Wijziging artikel 8 – Maatschappelijk kapitaal en toereikend eigen vermogen
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 451 DLB.
In artikel 451 DLB wordt de bepaling van artikel 6:4 Wetboek van vennootschappen en verenigingen ingeschreven die bepaalt dat de vereniging moet beschikken over een eigen vermogen dat, mede gelet op andere financieringsbronnen, toereikend is in het licht van de bedrijvigheid.
Wijziging artikel 15 – Aanvraag tot toetreding
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 396 DLB.
Ook hier wordt de mogelijkheid van een aanvraag door een BGTS toegevoegd.
Wijziging artikel 17 – Uittreding
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 422 DLB.
Gelet op de vooropgestelde evolutie van de herindeling van het bestuurlijk landschap door de vorming van regio’s moet het voor een gemeente mogelijk zijn om in overeenstemming met deze herindelingen uit te treden uit een dienstverlenende vereniging op voorwaarde dat de deelgenoten daar met een drievierdemeerderheid mee instemmen en er een eventuele schadevergoeding betaald wordt aan de vereniging en de andere deelnemers.
Ook wordt bepaald dat een nieuwe gemeente (na fusie) kan beslissen dat in het geval dezelfde activiteit van gemeentelijk belang aan verschillende dienstverlenende verenigingen is toevertrouwd, om die activiteit, voor haar gehele grondgebied, toe te vertrouwen aan één daarvan, op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt en een eventuele schadevergoeding wordt betaald aan de vereniging en de andere deelnemers.
De nieuwe gemeente kan er ook voor opteren om de betrokken activiteit voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente geheel of gedeeltelijk in eigen beheer te nemen op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt en een eventuele schadevergoeding wordt betaald aan de vereniging en aan de andere deelnemers.
Wijziging artikel 28 – Organisatie vergadering
Een verder evoluerende digitalisering kan bijdragen aan een efficiënter besluitvormings- en beleidsproces.
Om die reden wordt in de statuten de mogelijkheid ingeschreven om digitaal of hybride te vergaderen door de raad van bestuur.
Een fysieke vergadering blijft de gebruikelijke vergaderwijze. Wel wordt expliciet bepaald dat wanneer de goede werking van de vereniging dit vereist, digitaal of hybride kan vergaderd worden.
Ook een eenparige schriftelijke besluitvorming is mogelijk, in uitzonderlijke omstandigheden wanneer de dringende noodzakelijkheid en het belang van de vereniging dat vereisen.
De werkingsmodaliteiten waaronder de digitale mogelijkheden om onder meer identificatie en (geheime) stemmingen te organiseren worden verder omschreven in het huishoudelijk reglement dat door beslissing van de raad van bestuur kan worden opgemaakt en gewijzigd.
Wijziging artikel 48 – Winstbesteding
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 397 DLB.
Ook hier wordt naar analogie met de wijziging in artikel 2 de verwijzing naar handelskarakter geschrapt.
Wijziging artikel 49 – Verlies
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 456 DLB.
De zogenaamde alarmbelprocedure wordt zoals gewijzigd in het Wetboek, ingeschreven in de statuten.
Het neemt de bepaling van artikel 6:119 Wetboek van vennootschappen en verenigingen over. Dit houdt in dat de raad van bestuur in de toekomst ook de ontbinding van de vereniging kan voorstellen als het netto actief negatief dreigt worden of geworden is. Vanzelfsprekend wordt een strikt besluitvormingsproces voorzien dat inhoudt dat de algemene vergadering hierover beslist onder de voorwaarden bepaald voor de statutenwijziging.
Als het saneringsplan niet of in onvoldoende mate wordt aanvaard kan door de toezichthoudende overheid dwangtoezicht worden toegepast.
1.2 Toetreding BGTS Baarle – wijziging aandelenregister
De gemeenteraad neemt kennis van het schrijven van 8 juli 2021 met bijlagen van de Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking Baarle (BGTS Baarle in oprichting) met het verzoek om toetreding tot en beheersoverdracht cfr. artikel 7 van de statuten aan IOK Afvalbeheer.
Met verwijzing naar de inhoud van deze documenten en de hierin vervatte modaliteiten en afspraken, wordt aan de algemene vergadering van 17 december voorgesteld om de toetreding tot IOK Afvalbeheer en de hiermee gepaard gaande beheersoverdracht te aanvaarden.
De raad van bestuur stelt voor aan de BGTS Baarle 10 B aandelen met een nominale waarde van elk 25 euro toe te kennen. Ook het aandelenregister van IOK Afvalbeheer wordt gewijzigd zodat naast de gemeenten met A-aandelen, één deelnemer met B-aandelen wordt ingeschreven (zie bijlage).
Het aandelenregister als bijlage 1 van artikel 11 van de statuten van IOK Afvalbeheer wordt op die manier aangepast aangepast.
2 Activiteitenplan 2022
De gemeenteraad neemt kennis van het activiteitenplan 2022 en sluit zich hierbij aan.
3 Begroting 2022
De gemeenteraad neemt kennis van de begroting 2022 en sluit zich hierbij aan.
4 Varia
De agenda van de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2021 bevat volgende agendapunten:
De gemeenteraad hecht artikelsgewijs goedkeuring aan de voorgestelde statutenwijziging met daarin vervat:
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de toetreding van de Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking Baarle en de voorgestelde wijziging van het aandelenregister.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het activiteitenplan 2022.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de begroting 2022 en de hierin vervatte werkingskosten en tarieven van de opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer.
De volmachtdrager, Boudewijn Westhof, wordt gemandateerd om conform dit besluit te handelen en te beslissen op deze buitengewone algemene vergadering.
De gemeente Arendonk is deelnemer in de intergemeentelijke vereniging PONTES.
PONTES heeft een uitnodiging gestuurd voor de algemene vergadering met opgave van de agenda. Tevens werden alle documenten toegevoegd die een toelichting bevatten bij de geagendeerde onderwerpen.
Aangezien er geen bezwaren bestaan ten aanzien van de voorgestelde agenda en ontwerpbesluiten, kan de voorgestelde agenda worden goedgekeurd en het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger(s) dienovereenkomstig worden vastgesteld.
De vertegenwoordiger van de gemeente moet – voor zover deze nog niet voor de hele bestuursperiode werd aangeduid – bij geheime stemming worden aangesteld.
Artikel 34, §2, 2°, artikel 41, §2, 4° en 9° en artikel 432 van het decreet lokaal bestuur:
De gemeenteraad is bevoegd voor de aangelegenheden inzake de deelname aan en de vertegenwoordiging in instellingen, verenigingen en ondernemingen, evenals voor de aangelegenheden die het decreet uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt.
De gemeenteraden bepalen de afvaardiging en het mandaat van hun vertegenwoordigers in de algemene vergadering van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Tijdens het laatste trimester van elk jaar wordt een algemene vergadering georganiseerd die beraadslaagt over de strategie en de begroting voor het volgende werkingsjaar.
De intergemeentelijke vereniging PONTES heeft een uitnodiging gestuurd voor een buitengewone algemene vergadering op 16 december 2021. Het betreft een buitengewone algemene vergadering waarop de strategische nota en de begroting voor het volgende jaar staan geagendeerd.
Aangezien de gemeente aandeelhouder is in deze vereniging, moet een gemeentelijk vertegenwoordiger worden aangeduid en moet tevens het mandaat van deze vertegenwoordiger worden vastgesteld.
De gemeenteraad keurt de agenda en de daarin opgenomen onderwerpen van de buitengewone algemene vergadering van de intergemeentelijke vereniging PONTES van 16 december 2021 goed. Deze agenda ziet er als volgt uit ziet:
De vertegenwoordiger van de gemeente, Rob Blockx, die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van PONTES op 16 december 2021 wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de besluiten van de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid.
Artikel 11 lid 1 van de huidige samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten die zijn toegetreden tot het Bureau GAS bepaalt dat de (eventuele) meerkost bovenop de subsidie van € 53 600 wordt verdeeld onder alle deelnemende gemeenten en dit op basis van het bevolkingsaantal (gegevens Statbel per 1 januari van ieder jaar).
Om ervoor te zorgen dat er voor iedere deelnemende gemeente een evenwichtige kostenafrekening kan worden gemaakt – die een eerlijkere weerspiegeling vormt van de daadwerkelijke tijdsbesteding per dossier – wordt artikel 11 lid 1 als volgt aangepast: “De vernoemde steden en gemeenten verbinden zich ertoe samen de (eventuele) meerkost bovenop de subsidie voor hun rekening te nemen. Deze meerkost wordt proportioneel verdeeld tussen de deelnemende gemeenten en dit op basis van het aantal behandelde bemiddelingsdossiers per gemeente in het betreffende kalenderjaar in verhouding tot het totaal aantal bemiddelingsdossiers.”
Op 28 april 2006 besliste de federale ministerraad om 33 bemiddelaars aan te stellen voor de begeleiding van de bemiddelingsprocedure zoals voorzien in de wetgeving betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Bij besluit van 9 maart 2007 kende de Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansenbeleid voor de eerste maal aan Stad Turnhout een toelage toe voor de aanstelling van een voltijds bemiddelaar en dit voor de periode van één jaar.
Voor het kalenderjaar 2021 wordt vanuit de federale overheid wederom een subsidie, ten bedrage van € 53 600, in het vooruitzicht gesteld. Artikel 4 van deze subsidieovereenkomst bepaalt dat Stad Turnhout partnerships dient aan te gaan met de steden en gemeenten in het arrondissement Turnhout, die van de dienstverlening van de bemiddelingsambtenaar gebruik wensen te maken.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de hernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Turnhout en de partnergemeenten betreffende de GAS-bemiddeling, waarin een aanpassing van de kostenafrekening werd opgenomen.
Bij de noodzakelijke actualisatie van het aanvraagformulier 'subsidieaanvraag voor een infrastructuurproject in het gewoon basisonderwijs', werd in overleg met AGION de berekening van de oppervlakte en kostprijs aangepast voor de nieuwbouw en verbouwingen. Dit resulteerde in een aanpassing van de raming voor FASE 1 - Deel AGION van € 3 124 849,17 naar € 3 125 055,38.
AGION heeft voor een correct verder verloop van de subsidiëringsprocedure een nieuwe gemeenteraadsbeslissing nodig met het exacte aangepaste ramingsbedrag ten bedrage van € 3 125 055,38.
Het dossier kreeg het nummer O.13978 bij AGION en staat op de wachtlijst ingeschreven sinds 29 juli 2010 met een geraamde kostprijs van € 2 987 865,84 (excl. btw).
In gemeenteraadszitting van 28 juni 2021 werd het ontwerpdossier 'GBS Voorheide: renovatie en nieuwbouw', zoals opgemaakt door architectenbureau AIM, i.f.v. de vastlegging van de subsidie door AGION, goedgekeurd. De raming bedroeg toen voor FASE 1 - Deel AGION € 3 124 849,17.
De gemeenteraad keurt i.f.v. de vastlegging van de subsidie door AGION het ontwerpdossier 'GBS Voorheide: renovatie en nieuwbouw', met de aangepaste raming, goed.
De goedkeuring van de selectieleidraad (de plaatsingsprocedure, beperking van de kandidaten, uitsluitingsgronden, kwalitatieve selectievoorwaarden, beoordeling selectiecriteria, doorselectie, streefplanning, programma van eisen (oppervlaktetabel + raming) opgesteld door Belfius N.V voor de opdracht 'Ontwerp en bouw van een sporthal te Arendonk', is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
In een volgende fase zal de gunningsleidraad aan de gemeenteraad ter goedkeuring worden voorgelegd.
Het gemeentebestuur/AGB wenst op het sportpark Heikant een sporthal te bouwen en kiest er voor om dit via een DB (design en build) prodecure in de markt te zetten.
Aangezien AGB zelf de financiering van de sporthal niet kan dragen, gaat deze via de gemeente lopen.
In het vorige MJP was dit nog niet zichtbaar bij de investering van € 4 500 000.
Aangezien de sporthal € 3 000 000 meer gaat kosten, werd dit wel heel duidelijk.
De gemeente zal dus een lening aangaan bij een kredietinstelling en een (renteloze) lening toestaan aan AGB.
De lening aan AGB zal waarschijnlijk de lengte van de afschrijvingen volgen.
De hoogte van de lening zal bepaald worden na het bekijken van alle investeringen in de gemeente op basis van de M2 op dat moment.
Op 12 november 2020 werd Belfius aangesteld om dit project te begeleiden.
Om een geschikt bouwteam te selecteren stelt Belfius voor de overheidsopdracht 'oproep tot indiening van aanvragen tot deelneming voor de overheidsopdracht voor werken' met als voorwerp 'ontwerp en bouw van een sporthal te Arendonk' uit te schrijven in de vorm van een 'mededingingsprocedure met onderhandelingen'.
De procedure voor de opdracht 'ontwerp en bouw sporthal sportpark Heikant' zal gebeuren in 2 fasen, nl:
De uitgave voor deze opdracht (selectiefase en gunningsfase) wordt geraamd op € 8 000 000 excl. BTW en excl. erelonen. Voor deze eerste fase is een selectieleidraad opgemaakt die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
Deze opdracht wordt geplaatst bij wijze van een mededingingsprocedure met onderhandeling op grond van:
“ze bevatten ontwerp – of innovatieve oplossingen”
“de opdracht kan niet worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico's”
De selectieleidraad (de plaatsingsprocedure, beperking van de kandidaten, uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectievoorwaarden, beoordeling selectiecriteria en doorselectie), streefplanning en programma van eisen (oppervlaktetabel + raming), opgesteld door Belfius N.V voor de opdracht “Ontwerp en bouw van een sporthal te Arendonk”, wordt goedgekeurd.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de mededingingsprocedure met onderhandeling
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in investeringsbudget van 2021, op budgetcode 2021/2291000/B4/0742 (MJP001166) en volgende jaren.
De werking van de jeugdbewegingen die deel uitmaken van de jeugdraad verschilt per vereniging. De meeste jeugdbewegingen gaan jaarlijks voor tien nachten op kamp. Enkele verenigingen houden het kamp korter, soms niet langer dan een (verlengd) weekend. Op basis van het oorspronkelijke reglement, waarin een minimum van vier nachten als voorwaarde was opgenomen, kon niet elke jeugdbeweging aanspraak maken op kampsubsidie. Op advies van de jeugdraad wordt het reglement aangepast. Jeugdbewegingen kunnen voortaan één aanvraag per jaar indienen voor ofwel een kamp, ofwel een weekend.
Het reglement kampsubsidie was bovendien al vele jaren oud, daardoor verouderd en ook uitgebreider dan nodig. Er werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om de gewenste aanpassingen en vereenvoudigingen aan te brengen.
De meeste jeugdbewegingen gaan jaarlijks tien nachten op kamp, maar niet allemaal. Het reglement kampsubsidie voorzag echter enkel in een subsidie vanaf vier overnachtingen, waardoor jeugdbewegingen die korter op kamp of weekend gaan niet in aanmerking kwamen.
Met ingang van 1 januari 2022 en binnen de perken van het voorziene en goedgekeurde budget wordt door het gemeentebestuur van Arendonk de mogelijkheid geboden een aanvraag voor subsidie voor jeugdkampen in te dienen.
Enkel kampen georganiseerd door erkende particuliere jeugdwerkinitiatieven, aangesloten bij de gemeentelijke jeugdraad, komen in aanmerking voor deze subsidie.
De jeugdwerkinitiatieven kunnen maximum één aanvraag per jaar indienen voor ofwel een meerdaags kamp ofwel een weekend met minimum één overnachting.
Het kamp moet gericht zijn op een groep waarvan minstens 2/3 van de leden jonger is dan 20 jaar en moet beantwoorden aan de doelstellingen van het jeugdwerkinitiatief door op onbaatzuchtige wijze vorming en ontspanning van de deelnemende kinderen en jongeren na te streven.
De hoofdverantwoordelijke is minimum 18 jaar en het jeugdwerkinitiatief voorziet minstens één gekwalificeerde begeleider per twintig deelnemers. Deze begeleiders zijn in het bezit van een attest animator in het jeugdwerk of hebben minstens 2 jaar ervaring als leiding bij het jeugdwerkinitiatief.
Het kamp moet worden georganiseerd op een kampterrein voorzien van tenten of gebouwen, in een omgeving met voldoende garanties op vlak van veiligheid, hygiëne en gezondheid. De beschikbare voorzieningen moeten aangepast zijn aan de samenstelling van de groep met aandacht voor de individuele noden van de deelnemers, dit op vlak van slaapcomfort, speelmogelijkheden, sanitair, kook- en eetvoorzieningen en het toedienen van eerste zorg.
De subsidie wordt berekend op basis van het aantal nachten en het aantal deelnemende leden en leiding. De subsidie bedraag 1 euro per deelnemer en begeleider per nacht.
Aanvragen moeten worden ingediend voor 1 november volgend op het jeugdkamp. De aanvragende vereniging gebruikt het hiervoor bestemde aanvraagformulier en voegt bij de aanvraag een lijst met deelnemende leden en leiding toe en de huurovereenkomst van het kampterrein.
Door het indienen van de aanvraag aanvaardt de aanvrager uitdrukkelijk alle bepalingen en voorwaarden van dit subsidiereglement. Het gemeentebestuur kan op ieder ogenblik controle uitoefenen op de echtheid van de aanvraag. Bij vaststelling van een bedrieglijke aanvraag, kan dit leiden tot het terugvorderen van de onrechtmatig toegekende subsidie en uitsluiting van deze en andere gemeentelijke toelagen en subsidies.
De gemeentelijke jeugdraad kan door het college van burgemeester en schepenen om advies worden gevraagd vooraleer de subsidie wordt uitbetaald.
Aan de verenigingen wordt vrijstelling verleend van de door de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, voorgeschreven verplichtingen inzake voorlegging balans, rekening, verslag inzake beheer en financiële toestand.
Jaarlijks zullen de nodige kredieten worden voorzien op budgetcode 6493000/B4/0750.
Het reglement kampsubsidie, dat in werking trad op 1 januari 1995, wordt met ingang van 1 januari 2022 opgeheven en vervangen door dit besluit.
VZW Mekanders huurt zaal de Ontmoeting vanaf 1 januari 2022 en neemt de uitbating van de zaal op zich.
KVG Arendonk wenst zaal de Ontmoeting niet langer uit te baten. VZW Mekanders zal deze taak vanaf 1 januari 2022 op zich nemen.
De gemeenteraad keurt het huurcontract van zaal De Ontmoeting tussen gemeentebestuur Arendonk en Mekanders goed. Dit huurcontract treedt in werking vanaf 1 januari 2022.
Het gebruik van het gemeenschapscentrum moet vastgesteld worden in een reglement waaruit blijkt dat de infrastructuur ter beschikking staat van het ruime culturele veld in de gemeente.
Het huidige gebruiksreglement van het gemeenschapscentrum werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 juni 2019. Met het oog op de overname van de uitbating van zaal de Ontmoeting door VZW Mekanders, moet het gebruiksreglement worden aangepast.
De gemeenteraad keurt het gebruiksreglement gemeenschapscentrum goed. Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2022. Het reglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 juni 2019 wordt met ingang van 1 januari 2022 opgeheven.
Er wordt een tariefonderscheid gemaakt tussen inwoners en niet-inwoners van Arendonk gezien de lopende bijdrage van inwoners in de gemeentelijke inkomsten. Daarnaast voorziet de retributie een tariefonderscheid naargelang gebruikers en bestemming om voorrang te geven aan cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale bevolking.
KVG-leden konden voordien zaal de Ontmoeting huren aan het tarief van categorie B, dus aan hetzelfde tarief als verenigingen. Gezien KVG Arendonk zaal de Ontmoeting vanaf 1 januari 2022 niet langer zal uitbaten, is het aangewezen deze regeling te veranderen. KVG-leden kunnen aldus vanaf 1 januari 2022 zaal de Ontmoeting huren aan het tarief van categorie D: inwoners van Arendonk.
Het huidige retributiereglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 juni 2019. Met het oog op de overname van de uitbating van zaal de Ontmoeting door Mekanders VZW, is het niet langer aangewezen dat KVG-leden de zaal kunnen huren aan halve prijs.
De gemeenteraad keurt het retributiereglement gemeenschapscentrum goed. Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2022. Het reglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 juni 2019 wordt met ingang van 1 januari 2022 opgeheven.
Het college van burgemeester en schepenen doet een voorstel van prijssubsidiereglement.
Om economisch leefbaar te zijn is het nodig dat het AGB Arendonk vanwege de gemeente Arendonk prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang tot de sportinfrastructuur. Hiertoe werd een prijssubsidiereglement opgesteld om de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6 % btw) voor recht op toegang tot zwembad, sportpark, turnzalen en danszaal te vermenigvuldigen met een bepaalde factor.
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Arendonk goed.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT SPORTINFRASTRUCTUUR ARENDONK
Het Autonoom Gemeentebedrijf Arendonk heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het vierde kwartaal 2021 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Arendonk vastgesteld dat voor het vierde kwartaal 2021 de inkomsten uit het verlenen van recht op toegang tot zwembad, sportpark en turnzalen minstens 178.333,57 EUR (168.239,21 + 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn wenst het autonoom gemeentebedrijf Arendonk vanaf 01 november 2021 de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6 % btw) voor recht op toegang tot zwembad, sportpark en turnzalen te vermenigvuldigen met een factor 3,19.
De Gemeente Arendonk erkent dat het autonoom gemeentebedrijf Arendonk, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor recht op toegang tot zwembad, sportpark en turnzalen moet vermenigvuldigen met een factor 3,19 om economisch rendabel te zijn.
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van zwembad, sportpark en turnzalen wenst de Gemeente Arendonk dat er tijdens het kalenderjaar 2021 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de sportinfrastructuur. De Gemeente Arendonk wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat zwembad, sportpark en turnzalen toegankelijk zijn voor iedereen. De Gemeente Arendonk verbindt er zich toe om voor de periode 01 november 2021 tot en met 31 december 2021 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Arendonk voor recht op toegang tot zwembad, sportpark en turnzalen bedraagt de prijs (inclusief 6% btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 2,19.
De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf Arendonk. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de Gemeente Arendonk deze steeds documenteren.
Het Autonoom Gemeentebedrijf Arendonk moet op de 5de werkdag van elke maand de Gemeente Arendonk een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens de voorbije maand tot zwembad, sportpark en turnzalen. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf Arendonk uitreikt aan de Gemeente Arendonk. De Gemeente Arendonk dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Arendonk binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2022 zal worden onderhandeld tussen de Gemeente Arendonk en het Autonoom Gemeentebedrijf Arendonk vóór 30 januari 2022.
De gemeentelijke fiscale autonomie is verankerd in de Grondwet. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Het is wenselijk dat de woningen en gebouwen in de gemeente optimaal benut worden. De gemeente wenst langdurige leegstand van woningen en gebouwen te voorkomen en te bestrijden.
Daarvoor beschikt de gemeente sedert het gemeenteraadsbesluit van 20 december 2010 over een gemeentereglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen. Dit reglement werd herzien door de gemeenteraad op 18 november 2013, 11 september 2017, 18 november 2019 en 14 december 2020.
Daarnaast beschikt de gemeente sedert de gemeenteraadsbesluiten van 20 december 2010, 16 december 2013, 11 september 2017, 18 november 2019 en 14 december 2020 over een gemeentelijke leegstandsheffing. Deze leegstandsheffing heeft zijn gewenst beleidseffect en het is wenselijk deze leegstandsheffing te behouden.
Om langdurige leegstand te voorkomen en te bestrijden verhoogt de leegstandsheffing telkens per opeenvolgende termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning in het leegstandsregister staat, maar omwille van het redelijkheidsbeginsel blijft deze verhoging beperkt tot maximum 3,5 maal het basisbedrag en dit na een aanhoudende leegstand van meer dan zes jaar.
De vrijstellingen in dit reglement sluiten aan bij de noden en het beleid van de gemeente.
Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen.
Op 14 december 2020 keurde de gemeenteraad het reglement gemeentelijke leegstandsheffing goed, aangepast aan de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021. Op 6 juli 2021 ontving de gemeente een e-mail van de toezichthoudende overheid, Agentschap Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale Financiën. Zij raden aan om in artikel 4 Vrijstellingen, §1, 1, laatste zin: "Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament." te schrappen. Op 14 oktober 2021 ontving de gemeente een e-mail van IOK. Zij raden aan om ook de uitzondering op de vrijstelling voor overdrachten aan vennootschappen te schrappen.
Belastbaar feit
§1. Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de gebouwen en woningen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
§2. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de leegstandsheffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de eerste verjaardag van de opnamedatum.
§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.
§4. Voor de toepassing van dit reglement worden de volgende begrippen gebruikt:
Belastingplichtige
§1. De belastingplichtige is de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.
§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.
§4. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan voorafgaand aan de overdracht in kennis stellen dat het gebouw of de woning is opgenomen in het leegstandsregister.
Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
Tarief
§1. De belasting bedraagt:
§2. Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:
§3. Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:
§4. Indien het gebouw of de woning een vierde opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:
§5. Indien het gebouw of de woning een vijfde opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:
§6. Indien het gebouw of de woning een zesde of volgende opeenvolgende termijn van 12 maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:
§7. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.
Vrijstellingen
§1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan schriftelijk bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Vrijheid 29, 2370 Arendonk of via e-mail aan belastingen@arendonk.be. Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn.
Het bezwaar moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Bij betwisting is het de belastingschuldige die moet bewijzen dat het bezwaar tijdig werd ingediend.
Binnen vijftien dagen na de indiening van het bezwaarschrift stuurt de gemeente een schriftelijke ontvangstmelding.
Slotbepaling
De gemeenteraadsbeslissing van 14 december 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake de leegstandsheffing wordt met ingang van 1 januari 2022 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.
Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2022 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De gemeentelijke fiscale autonomie is verankerd in de Grondwet. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Sinds 2017 is het beleid met betrekking tot verwaarloosde woningen en gebouwen en de uitvoering daarvan overgeheveld van het Vlaamse naar het gemeentelijk niveau. De decretale bepalingen in verband met de gewestelijke verkrottingsheffing op verwaarloosde gebouwen en woningen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit werden daarmee opgeheven. Op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie kan de gemeente een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen innen. De gemeente stelde een gemeentelijke heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen voor de eerste maal in op 11 september 2017 voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019. Op die wijze werd het beleid met betrekking tot verwaarloosde woningen en gebouwen gecontinueerd op het gemeentelijk niveau. Deze gemeentelijke heffing heeft zijn gewenst beleidseffect en werd verlengd voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.
De gemeente beschikt sedert het gemeenteraadsbesluit van 11 september 2017 over een gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Dit reglement werd herzien door de gemeenteraad op 18 november 2019 en 14 december 2020.
De gemeente wenst verwaarlozing van gebouwen en woningen te voorkomen en te bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan.
Om langdurige verwaarlozing te voorkomen en te bestrijden verhoogt de gemeentelijke heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen telkens per opeenvolgende termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen staat, maar omwille van het redelijkheidsbeginsel blijft deze verhoging beperkt tot maximum 3,5 maal het basisbedrag en dit na een aanhoudende verwaarlozing van meer dan zes jaar.
De vrijstellingen in dit reglement sluiten aan bij de noden en het beleid van de gemeente.
Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen.
Op 14 december 2020 keurde de gemeenteraad het reglement gemeentelijke heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen goed, aangepast aan de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021. Op 6 juli 2021 ontving de gemeente een e-mail van de toezichthoudende overheid, Agentschap Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale Financiën. Zij raden aan om in artikel 4 Vrijstellingen, §1, 1, laatste zin: "Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament." te schrappen. Op 14 oktober 2021 ontving de gemeente een e-mail van IOK. Zij raden aan om ook de uitzondering op de vrijstelling voor overdrachten aan vennootschappen te schrappen.
Belastbaar feit
§1. Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen, gevestigd op de gebouwen en woningen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.
§2. Zolang het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning niet uit het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, blijft de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de eerste verjaardag van de opnamedatum.
§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.
§4. Voor de toepassing van dit reglement worden de volgende begrippen gebruikt:
Belastingplichtige
§1. De belastingplichtige is de houder van het zakelijk recht betreffende het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.
§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.
§4. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan voorafgaand aan de overdracht in kennis stellen dat het gebouw of de woning is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.
Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
Tarief
§1. De belasting bedraagt:
§2. Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van 12 maanden in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen is opgenomen, bedraagt de belasting:
§3. Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van 12 maanden in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen is opgenomen, bedraagt de belasting:
§4. Indien het gebouw of de woning een vierde opeenvolgende termijn van 12 maanden in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen is opgenomen, bedraagt de belasting:
§5. Indien het gebouw of de woning een vijfde opeenvolgende termijn van 12 maanden in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen is opgenomen, bedraagt de belasting:
§6. Indien het gebouw of de woning een zesde of volgende opeenvolgende termijn van 12 maanden in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen is opgenomen, bedraagt de belasting:
§7. Voor elk gebouw dat of elke woning die opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen en op 31 december 2016 nog opgenomen was in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen, wordt de belasting vermeerderd met 600 euro per volledige termijn van twaalf maanden dat de woning of het gebouw in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen was opgenomen.
§8. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.
Vrijstellingen
§1. Van de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen zijn vrijgesteld:
§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan schriftelijk bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Vrijheid 29, 2370 Arendonk of via e-mail aan belastingen@arendonk.be. Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn.
Het bezwaar moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Bij betwisting is het de belastingschuldige die moet bewijzen dat het bezwaar tijdig werd ingediend.
Binnen vijftien dagen na de indiening van het bezwaarschrift stuurt de gemeente een schriftelijke ontvangstmelding.
Slotbepaling
De gemeenteraadsbeslissing van 14 december 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 januari 2022 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement. Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2022 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Restafval, GFT, papier en karton, PMD, grofvuil en textiel worden huis aan huis ingezameld. Glas wordt selectief ingezameld in glascontainers die op verschillende plaatsen in de gemeente staan. Op het gemeentelijk recyclagepark worden verschillende soorten afval in verschillende deelstromen selectief ingezameld. Herbruikbare goederen kunnen ter beschikking gesteld worden van de kringloopwinkel.
De kosten van het afvalbeheer wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën. De kosten worden gedekt door een forfaitaire huisvuilbelasting, door de aanrekening van kosten op maat van de vervuiler en door een bijpassing uit de algemene middelen van de gemeente. De invoering van gedifferentieerde retributies voor het inzamelen van afval laat de gemeente toe het principe 'de vervuiler betaalt' toe te passen. Er moet daarbij rekening gehouden worden met een aantal minimale en maximale tarieven.
Prioriteit moet verleend worden aan afvalvoorkoming, hergebruik en recyclage van afval. Het nuttig toepassen van afvalstoffen is te verkiezen boven het verbranden onder milieuhygiënische voorwaarden en ten slotte storten van de restfractie. Het gemeentebestuur wil het selectief inzamelen van afval aanmoedigen. De retributies voor het selectief inzamelen van afval mogen niet te hoog zijn, zodat sorteren en selecteren de moeite waard blijven. Een te hoge tarifering kan overigens nadelig ontwijkgedrag veroorzaken, zoals sluikstorten, sluikverbranden en afvaltoerisme.
De gemeente koopt papieren zakken voor GFT, biobag-zakken, compostbakken en topdressing aan bij IOK Afvalbeheer en stelt deze vervolgens ter beschikking aan het publiek. De retributies die daarvoor worden aangerekend, houden rekening met de werkelijke kostprijs voor de gemeente en met de tarieven die IOK Afvalbeheer hiervoor vooropstelt.
Vanaf 1 september 2021 werden de tarieven voor compostbakken verlaagd van € 72 naar € 63 (zie bijlage). Van de 50 compostbakken die in december 2020 aangekocht werden, is nog ongeveer de helft van over. Daarom worden de tarieven in het retributiereglement pas vanaf 1 januari 2022 verlaagd van € 72 naar € 63.
Op 12 oktober 2020 werd het reglement met ingang op 1 januari 2021 houdende retributie op het inzamelen van afval en de verkoop van aanverwante producten goedgekeurd door de gemeenteraad. Door het nieuwe, verlaagde tarief van IOK Afvalbeheer voor compostbakken is een aanpassing nodig aan het bestaande reglement.
Dit reglement vervangt vanaf 1 januari 2022 het retributiereglement van 12 oktober 2020 op het inzamelen van afval en de verkoop van aanverwante producten.
Van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend op de inzameling van bepaalde fracties op het recyclagepark, op het afhalen en verwijderen van grofvuil en op de verkoop van PMD-zakken, papieren zakken voor GFT, biobag-zakken, compostbakken en topdressing.
De retributie op de inzameling van bepaalde fracties op het recyclagepark bedraagt:
De retributie is verschuldigd door iedereen die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake de inzameling van de desbetreffende fracties op het recyclagepark. De retributie wordt aangerekend via strippenkaarten. De strippenkaarten moeten vooraf aangekocht worden op het recyclagepark of op het onthaal van het gemeentehuis tijdens de openingsuren.
Met het oog op de verplichte aanvaarding van asbesthoudend bouw- en sloopafval worden maximum 10 golfplaten of hun equivalent per gezin per jaar gratis aanvaard op het recyclagepark. Het gratis aanleveren van asbesthoudend afval op het gemeentelijk recyclagepark geldt enkel voor personen die gedomicilieerd zijn in de gemeente Arendonk en dit voor hun eigen asbesthoudend afval.
Herfstbladeren kunnen uitzonderlijk gratis aangeleverd worden van 15 oktober tot 31 december.
Kerstbomen kunnen uitzonderlijk gratis aangeleverd worden van 1 januari tot 31 januari. Dit geldt enkel voor natuurlijke kerstbomen (spar of den) en op voorwaarde dat ze volledig vrij zijn van versiering.
De retributie op het afhalen en verwijderen van grofvuil bedraagt € 2,50 per 0,25 m³.
De retributie moet vooraf betaald worden door de aankoop van stickers.
De retributie op de verkoop van PMD-zakken, papieren zakken voor GFT, biobag-zakken, compostbakken en topdressing bedraagt:
| Tarief | |
| PMD-zakken: rol van 24 zakken van 60 liter | € 3,60 per rol |
| Papieren zakken voor gft: pakket van 80 zakken van 8 liter | € 6,00 per pakket |
| Biobag-zakken: rol van 10 zakken van 120 liter | € 6,00 per rol |
| Compostbak | € 63,00 per stuk |
| Topdressing (fijne compost): zak van 40 liter | € 4,00 per zak |
De retributie is verschuldigd door degene die het product aankoopt. De retributie moet contant betaald worden op het moment dat men het product aankoopt.
Het Energie- en Klimaatactieplan werd op 17 mei 2021 voorgelegd aan de omgevingsraad en op 8 juli 2021 werden er digitale klimaattafels georganiseerd waarbij ook inwoners van Arendonk opmerkingen en suggesties konden geven over het klimaatactieplan.
Tevens werd op 13 september en Vlaams Lokaal Energie- en Klimaatpact ondertekend (LEKP).
De opmerkingen van de burgers en de omgevingsraad en acties uit het LEKP werden opgenomen in het plan.
Het plan wordt nu ter goedkeuring gelegd aan de gemeenteraad zodat het dit jaar voor de deadline kan ingediend worden.
De gemeente Arendonk engageerde zich in 2015, met de ondertekening van het burgemeestersconvenant 'Kempen 2020', om een actief en ambitieus klimaatbeleid uit te voeren. De doelstellingen: de CO2-uitstoot op het grondgebied van de gemeente met 20% reduceren en Arendonk veerkrachtig maken voor de gevolgen van de klimaatverandering.
In 2019 werd het burgemeestersconvenant 'Kempen 2020' verlengd naar 'Kempen 2030', met ambitieuzere doelstellingen. Het doel is nu om tegen 2030 de CO2-uitstoot, tegenover referentiejaar 2011, te verminderen met 40%.
In uitvoering van het convenant 'Kempen 2030' wordt er een nieuw Energie- en Klimaatactieplan opgesteld in samenspraak met de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij Kempen (IOK). Tegen einde 2021 wordt het nieuwe klimaatplan voorgesteld.
Het Energie- en Klimaatplan bestaat uit een actieplan en een analyserapport van de gemeentelijke klimaatimpact en risico’s en kwetsbaarheden ten aanzien van klimaatverandering. In het actieplan staan mogelijke maatregelen opgesomd ter uitvoering van het engagement. Het plan gaat als kapstok dienen voor concrete acties in het kader van het milieu en duurzaamheidsbeleid van Arendonk tussen 2021 en 2030.
Het Energie- en Klimaatplan wordt ter goedkeuring voorgelegd om het dit jaar voor de deadline in te dienen.
De gemeenteraad keurt het Energie- en Klimaatplan voor 2021-2030 voor Arendonk goed.