België ondertekende op 11 september 2012 het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) en ratificeerde het op 14 maart 2016. Het verdrag is van kracht vanaf 1 juli 2016.
De doelstellingen van dit Verdrag zijn:
Naar preventie toe legt het Verdrag de nadruk op het voeren van sensibiliseringscampagnes, onderwijs, het trainen van professionals die in contactkomen met slachtoffers of daders, het opzetten van preventieve interventie- en behandelprogramma’s, de uitwisseling van goede praktijken, het samenwerken met de verschillende actoren, het betrekken van de private sector en de media, enz.
Betreffende bescherming en ondersteuning voorziet het verdrag eveneens in een reeks maatregelen en voorzieningen zoals het aanbieden van adequate informatie voor slachtoffers over de beschikbare vormen van ondersteuning en wettelijke maatregelen, het aanbieden van bijstand bij individuele/collectieve klachten, het beschermen en ondersteunen van kinderen die getuigen zijn, het stimuleren van het melden van feiten, het stimuleren van het melden van feiten door beroepsbeoefenaars, enz.
Het Regeerakkoord van 30 september 2020 heeft de intenties van het verdrag van Instanbul opgenomen.
GREVIO, het onafhankelijk orgaan van deskundigen dat belast is met het toezicht op de uitvoering van het Verdrag van Istanbul door de partijen, heeft in haar evaluatieverslag in 2020 enkele conclusies en aanbevelingen gedaan ten aanzien van de Belgische Staat, bijvoorbeeld betreffende het lage aantal klachten, partnerschappen tussen gespecialiseerde hulpdiensten in het kader van slachtofferopvang, een inter-institutionele samenwerking, opleiding en bijscholing van professionals, enz.
De federale regering richtte een Taskforce “kwetsbare groepen” op met een specifiek budget bestemd om maatregelen te kunnen nemen voor de meest kwetsbare groepen in het kader van de covid pandemie. In het kader van de projectoproep van deze Task Force heeft de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken een projectvoorstel ingediend betreffende een impulsbeleid ten aanzien van de steden en gemeenten in het kader van intrafamiliaal geweld. Dat werd in december 2020 gevalideerd met een budget van 1.500.000 euro.
De doelstellingen van het project zijn:
De FOD Binnenlandse Zaken sluit overeenkomst af met een 'coördinerende' gemeente ( in onze situatie is dat Mol ) en kent 100.000 euro toe om dit uit te werken. De toegekende subsidie om het project uit te rollen is geldig voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van ondertekening van de overeenkomst.
Het lokaal bestuur Arendonk zet reeds in op een betere samenwerking met politie en justitie. Zo zetelt het diensthoofd van de sociale dienst in de overlegstructuur van de 'triagetafels' en is het diensthoofd leren en welzijn het aanspreekpunt voor het Family Justice Center (beslissing van het vast bureau van 3 maart 2022).
De wetgever heeft een aangepast juridisch kader bepaald waardoor de verschillende actoren die te maken krijgen met intra-familiaal geweld kunnen overleggen op basis van een gedeeld beroepsgeheim.
De overeenkomst tussen de gemeenten Mol, Balen, Dessel, Retie, Arendonk en Ravels is nodig om de aanvraag voor de subsidie in te dienen.
K.B. van 27-10-2021 betreffende de toekenningsmodaliteiten van een subsidie voor gemeenten in het kader van de Task Force Kwetsbare Groepen met als doel het ondersteunen van de gemeenten in de strijd tegen intrafamiliaal geweld.
Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de 6 lokale besturen voor het project 'Impuls tegen IFG' goed.
Het diensthoofd leren en welzijn zal dit besluit overmaken aan de coördinator van het Family Justice Center.