Het gemeentelijk belastingreglement op aanplakborden van 18 november 2019 geldt tot en met het aanslagjaar 2025. Vooruit-Groen onderschrijft dat de gemeente ook de komende jaren een gemeentebelasting op reclameborden dient te heffen, maar wenst het tarief voor de volgende jaren het tarief te wijzigen en te verhogen. Met haar voorstel tot wijziging van het MJP opteert het bestuur in globo voor een toename van inkomsten die hun oorsprong vinden in gelden afkomstig van particulieren, dit door het wijziging van tal van vergoedingen en retributiereglementen. De belastingdruk voor commerciële organisaties daarentegen blijft gelijk over de resterende periode waarop het MJP van toepassing is. Daarom stelt Vooruit-Groen voor om deze belasting op reclameborden te verhogen.
De gemeentelijke fiscale autonome is verankerd in de Grondwet. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Tom Claessen licht de aanvullende dagordepunten 41- 42- 43 en 44 toe.
Kenny Viskens stelt dat het niet correct is dat gesteld wordt dat de facturen eenzijdig bij de gezinnen of particulieren worden gelegd. Er worden ook lasten gelegd bij de bedrijven.
De industrie vertegenwoordigt meer dan 22% van de inkomsten van de gemeente.
We zijn heel dankbaar om de jobcreatie door de industrie. De bedrijven kunnen de verhoging van de (personeels) kosten niet allemaal één op één doorrekenen o.w.v. de concurrentiepositie.
Benny Maes stelt dat ook bedrijven het moeilijk hebben, en dat we hen best niet opzadelen met extra lasten. Onze insteek is het maximaal activeren van de beschikbare gronden, maar een verhoging van de belastingen zal weinig of geen effect hebben. We zouden andere manieren moeten vinden om de gronden te activeren.
Joan Wijnen stelt betrekkelijk toegevoegd dagordepunt 43 de vraag waarom de belasting op reclameborden niet verschuldigd is door politieke organisaties.
Belastbaar feit
Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 wordt een directe gemeentebelasting gevestigd op reclameborden.
Voor de toepassing van dit reglement worden de volgende begrippen gebruikt:
De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, ongeacht de datum waarop het reclamebord geplaatst, in gebruik genomen of verwijderd werd.
Belastingplichtige
De belastingplichtige is de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om gebruik te maken van het reclamebord. Als de gebruiker niet gekend is, is de eigenaar van de grond, de muur of de omheining waarop het bord zich bevindt of de reclame is aangebracht de belastingplichtige.
Tarief
De belasting bedraagt 50 euro per m² met een minimum van 100 euro per bord
Voor de berekening van de belasting wordt de nuttige oppervlakte in aanmerking genomen, zijnde de oppervlakte die voor reclame kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting. Voor de muren is alleen dat gedeelte van de muur belastbaar dat werkelijk voor reclame wordt gebruikt. Hierbij dient de bedekte totale oppervlakte beschouwd te worden als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen.
Vrijstellingen
De belasting is niet verschuldigd door:
Aangifteprocedure
§1. Wanneer alle aangiftegegevens gekend zijn, stuurt de gemeente een voorstel van aangifte aan de belastingplichtige. Als de gegevens op dat voorstel van aangifte niet correct zijn, moet de belastingplichtige dat gecorrigeerd en ondertekend terugbezorgen aan de gemeente voor de vermelde vervaldatum. Indien alle gegevens correct zijn, moet hij dit niet doen.
§2. Wanneer niet alle aangiftegegevens gekend zijn, stuurt de gemeente een aangifteformulier aan de belastingplichtige. De belastingplichtige moet het aangifteformulier volledig ingevuld en ondertekend terugbezorgen aan de gemeente voor de vermelde vervaldatum.
§3. Een belastingplichtige die geen voorstel van aangifte of aangifteformulier ontvangen heeft, kan een blanco aangifteformulier aanvragen.
§4. Indien de belastingplichtige het aangifteformulier niet voor de vermelde vervaldatum terugbezorgt, kan de gemeente de belasting ambtshalve inkohieren. Ook indien het aangifteformulier onjuist, onvolledig of onnauwkeurig werd ingevuld, kan de gemeente de belasting ambtshalve inkohieren.
§5. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
§6. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50%. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan schriftelijk bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Vrijheid 29, 2370 Arendonk of via e-mail aan belastingen@arendonk.be. Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn.
Het bezwaar moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Bij betwisting is het de belastingschuldige die moet bewijzen dat het bezwaar tijdig werd ingediend.
Binnen vijftien dagen na de indiening van het bezwaarschrift stuurt de gemeente een schriftelijke ontvangstmelding.