Terug
Gepubliceerd op 19/12/2022

2022_GR_00189 - Aanvullende dagorde op vraag van Vooruit - Groen: Belasting op niet-bebouwde gronden in gebieden voor industrie - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 12/12/2022 - 20:00 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Alek Dom, voorzitter; Kristof Hendrickx, burgemeester; Luc Bouwen, schepen; An Hermans, schepen; Kenny Viskens, schepen; Rob Blockx, schepen; Marina Gys, schepen; Benny Maes, raadslid; Joannes Wijnen, raadslid; Joke Segers, raadslid; Gunther Hendrickx, raadslid; Davy Cools, raadslid; Gunter Spapen, raadslid; Rik Nys, raadslid; Jef Van Steenbergen, raadslid; Boud Westhof, raadslid; Leny Noboa, raadslid; Rudy Panis, raadslid; Tom Claessen, raadslid; Mariska Vogels, raadslid; Bianca Verachtert, raadslid; Maud Vosters, raadslid; Frank Goris; Kris Wouters, algemeen directeur

Secretaris

Kris Wouters, algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2022_GR_00189 - Aanvullende dagorde op vraag van Vooruit - Groen: Belasting op niet-bebouwde gronden in gebieden voor industrie - Goedkeuring

Aanwezig

Alek Dom, Kristof Hendrickx, Luc Bouwen, An Hermans, Kenny Viskens, Rob Blockx, Marina Gys, Benny Maes, Joannes Wijnen, Joke Segers, Gunther Hendrickx, Davy Cools, Gunter Spapen, Rik Nys, Jef Van Steenbergen, Boud Westhof, Leny Noboa, Rudy Panis, Tom Claessen, Mariska Vogels, Bianca Verachtert, Maud Vosters, Frank Goris, Kris Wouters
Stemmen voor 23
Marina Gys, Boud Westhof, Davy Cools, Tom Claessen, Leny Noboa, Bianca Verachtert, Gunther Hendrickx, Jef Van Steenbergen, Frank Goris, Kristof Hendrickx, An Hermans, Kenny Viskens, Luc Bouwen, Maud Vosters, Joke Segers, Rob Blockx, Alek Dom, Benny Maes, Gunter Spapen, Rik Nys, Joannes Wijnen, Mariska Vogels, Rudy Panis
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2022_GR_00189 - Aanvullende dagorde op vraag van Vooruit - Groen: Belasting op niet-bebouwde gronden in gebieden voor industrie - Goedkeuring 2022_GR_00189 - Aanvullende dagorde op vraag van Vooruit - Groen: Belasting op niet-bebouwde gronden in gebieden voor industrie - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Het gemeentelijk belastingreglement op niet bebouwde gronden in gebieden bestemd voor industrie van  18 november 2019 geldt tot en met het aanslagjaar 2025. Vooruit-Groen onderschrijft dat de gemeente ook de komende jaren een gemeentebelasting op niet-bebouwde gronden in gebieden voor industrie dient te heffen, maar wenst het tarief voor de volgende jaren het tarief te wijzigen. Met haar voorstel tot wijziging van het MJP opteert het bestuur in globo voor een toename van inkomsten die hun oorsprong vinden in gelden afkomstig van particulieren, dit door het wijziging van tal van vergoedingen en retributiereglementen. De belastingdruk voor bedrijven daarentegen blijft gelijk over de resterende periode waarop het MJP van toepassing is. Daarom stelt Vooruit-Groen voor om de gemeentebelasting op niet-bebouwde gronden in gebieden voor industrie te verhogen als voorgesteld.

Argumentatie

De gemeentelijke fiscale autonomie is verankerd in de Grondwet. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.

De gemeente acht het wenselijk om het vrijkomen van gronden voor industrie op het grondgebied van de gemeente te bevorderen. Een belasting op niet bebouwde gronden in gebieden bestemd voor industrie laat de gemeente toe om de eigenaars van die gronden daartoe aan te sporen. 

Voor deze belasting is decretaal geen minimale aanslag vastgelegd. De gemeente verkoos in 2019 het tarief van de gemeentelijke activeringsheffing toe te passen. Het decreet grond- en pandenbeleid bepaalt een minimumtarief dat gekoppeld is aan de evolutie van de ABEX-index. Rekening houdend met de ABEX-index van november 2022 moet het tarief van de gemeentelijke activeringsheffing vanaf aanslagjaar 2023 verhoogd worden.

Juridische grond

  • Grondwet, artikel 41, 162 en 170, §4
  • Decreet lokaal bestuur
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenproce-dure van provincie- en gemeentebelastingen
  • Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, hierna afgekort als VCRO

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Belastbaar feit

Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de niet bebouwde gronden gelegen in gebieden bestemd voor industrie volgens het plannenregister en palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust, zoals bepaald in artikel 4.3.5., §1 VCRO. Als niet bebouwde grond wordt beschouwd elke grond waarop de oprichting van een voor handel, ambacht of industrie bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar waarop de belasting slaat.

De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor deze belasting. De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. Wijzigingen in de loop van het aanslagjaar geven geen aanleiding tot belastingvermindering of teruggave.

Artikel 2

Belastingplichtige

§1. De belastingplichtige is de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de grond. Indien er een vruchtgebruik, erfpacht of een recht van opstal bestaat, is de vruchtgebruiker, de erfpachter of opstalhouder de belastingplichtige.

§2. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§3. De overdrager van enig zakelijk recht moet per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

  • naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel
  • datum van de akte, naam en standplaats van de notaris
  • nauwkeurige aanduiding van het overgedragen onroerend goed

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

Artikel 3

Tarief

§1. De belasting bedraagt 19 euro per strekkende meter lengte van de grond palende aan de openbare weg. De minimale aanslag bedraagt 190 euro per grond.

§2. Indien een niet bebouwde grond paalt aan twee of meer straten, zal de grootste perceellengte langs één van die straten als grondslag voor de belastingberekening in aanmerking genomen worden. Indien het een hoekperceel betreft, wordt de grootste van de rechte perceellengte in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek.

Artikel 4

Vrijstellingen

§1. Van de belasting zijn vrijgesteld:

  1. de sociale woonorganisatie vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 26°, van de Vlaamse Wooncode en de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen
  2. belastingplichtigen die het bewijs voorleggen dat de verwezenlijking van een omgevingsvergunning voor de bouw van een gebouw bestemd voor handel, ambacht of industrie op het belaste perceel is gestart, in de zin van art. 99, §1, 1° van het omgevingsvergunningsdecreet, in de loop van het aanslagjaar.

§2. De belasting wordt niet geheven op:

  1. gronden die niet voor bebouwing bestemd kunnen worden ingevolge een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die bebouwing onmogelijk maakt
  2. bedrijventerreinen die door de overheid ontwikkeld worden

§3. Indien sommige mede-eigenaars krachtens de bovenstaande bepalingen zijn vrijgesteld, wordt de belasting enkel gevorderd van de niet-vrijgestelde mede-eigenaars, in verhouding tot hun aandeel in het belaste eigendom.

§4. Uitsluitend de in dit reglement opgesomde vrijstellingen worden toegepast.

Artikel 5

Wijze van inning

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 6

Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan schriftelijk bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Vrijheid 29, 2370 Arendonk of via e-mail aan belastingen@arendonk.be. Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn.

Het bezwaar moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Bij betwisting is het de belastingschuldige die moet bewijzen dat het bezwaar tijdig werd ingediend.

Binnen vijftien dagen na de indiening van het bezwaarschrift stuurt de gemeente een schriftelijke ontvangstmelding.