Het lokaal bestuur Arendonk keert al sinds 2002 een sociaal pedagogische toelage uit voor de thuisverzorging en opvoeding van een kind met een beperking.
Het andersvalide kind of de ouders moeten een medisch attest kunnen voorleggen.
Gezien de wetwijzigingen binnen de wetgeving en de overheveling van bevoegdheden van het federale naar het gewestelijk niveau is onze reglementering op dit vlak verouderd.
(sinds 1 januari 2019 is de evaluatie van de handicap voor kinderen die in Vlaanderen wonen een bevoegdheid van Kind en Gezin, nu Agentschap Opgroeien, en niet meer van de FOD Sociale Zekerheid)
(sinds 1 augustus 2020 is de leeftijdsgrens om in aanmerking te komen voor een inkomensvervangende- en integratietegemoetkoming gezakt van 21 jaar naar 18 jaar)
Tevens werden er in de praktijk in de loop der tijd enkele verfijningen in het reglement goedgekeurd.
Het bestaande reglement moet aangepast en geactualiseerd worden vanwege de gewijzigde wetgeving en bevoegdheden.
De toelage hangt af van de officiële attesten die afgeleverd worden door de FOD Sociale Zekerheid, Opgroeien Vlaanderen of de betaalactor van het groeipakket (kinderbijslagfonds).
Het medisch onderzoek loopt voortaan via Agentschap Opgroeen (vroeger via de FOD Sociale Zekerheid). Indien zich hier wijzigingen voordoen moeten we onze plaatselijke reglementering actualiseren.
Het Sociaal Huis verleent een sociaal-pedagogische toelage aan hen die ten minste 1 jaar hun woonplaats hebben in de gemeente en die thuis de verzorging en de opvoeding van een kind met een beperking op zich nemen.
Indien het kind met beperking in een aangepaste voorziening verblijft, blijft hij het recht behouden op voorwaarde dat hij ten minste 75 dagen buiten de aangepaste voorziening verblijft. Een dag is ten minste 12 uur zonder onderbreking.
Het aantal dagen verblijf buiten de voorziening moet de voorziening attesteren.
De beperking van het kind moet op het ogenblik van de aanvraag gestaafd worden door één van volgende attesten:
Het kind mag op het ogenblik van de aanvraag niet ouder zijn dan 21 jaar. Het recht op de toelage vervalt op het einde van de maand waarin het kind 21 jaar wordt.
Indien het kind vanaf 18 jaar recht heeft op een sociaal medische toelage vervalt het recht op de sociaal-pedagogische toelage op het einde van de maand dat het kind 18 jaar wordt.
De aanvraag wordt ingediend bij het Sociaal Huis dat de aanvraag ter goedkeuring overmaakt aan het bijzonder comité van de sociale dienst van het OCMW.
De aanvrager moet het aanvraagformulier volledig invullen, ondertekenen en het gevraagde attest bijvoegen.
De sociaal-pedagogische toelage bedraagt € 40,00 per maand per kind met een beperking.
De toelage wordt maandelijks uitbetaald aan de zorgbehoeftige persoon of een ouder, op het einde van iedere maand.
De toelage wordt uitbetaald vanaf de maand waarin het recht ontstond.
De toelage wordt nog uitbetaald voor die maand waarin het recht verviel door opname in een voorziening, overlijden, verhuis.
De uitbetaling van de toelage gebeurt voor de eerste maal na de goedkeuring op het bijzonder comité voor de sociale dienst van het OCMW.
De toelage wordt met terugwerkende kracht uitbetaald met een maximum van 1 jaar.
Voorbeeld: aanvraag op 28 juli 2022, attest vanaf 1 maart 2020, toelage vanaf 1 juli 2021.
Voor de bepaling van de maximum termijn van 1 jaar wordt de tijd dat een beroepszaak bij de arbeidsrechtbank loopt ter verkrijging van het medisch attest niet meegeteld.
De ouder(s) alsook de zorgbehoeftige gaan de verbintenis aan de controle van het Sociaal Huis te aanvaarden, desbetreffend bijkomende inlichtingen te verschaffen en iedere wijziging in de toestand van de zorgbehoeftige te signaleren aan het Sociaal Huis.
Meer concreet betekent dit dat o.a. een opname in een aangepaste voorziening, een verblijf in een internaat, een verhuis en overlijden dienen gemeld te worden.
Bij eventueel misbruik kan de toelage of bij onrechtmatige uitkering zal het OCMW deze bedragen terugvorderen.
Het aanvraagformulier wordt als bijlage bij dit reglement gevoegd.