De sociale dienst, onze partnerorganisatie Tel-Oor en de armoede-adviesraad merken de toenemende vraag naar voedsel- en materiële hulp. We vermoeden dat deze behoefte zal toenemen door de energie-armoede. Hierdoor zullen mensen steeds minder beschikbaar budget hebben voor het aankopen van voeding en essentiële materiële zaken.
De POD Maatschappelijke Integratie beheert de aanvragen van OCMW's en armoedeorganisaties om beroep te doen op EU-overschotten.
Het vast bureau keurde op 21 juli 2022 goed om van start te gaan met het FEAD-projecten en gaf de opdracht een reglement op te stellen.
Voedsel- en materiële hulp kan een armoedebeleid flankerend ondersteunen maar zal niet leiden tot het uitbannen van (kans)armoede. De (kans)armoede-problematiek is daartoe te complex.
De vraag naar voedselhulp stijgt. De sociale dienst verwijst meer door naar de ophaalpunten buiten onze gemeente (bv. Grensloos in Ravels). We zien ook dat meer mensen beroep doen op onze bestaande materiële hulpverleningen, zoals de pamperbank en de fietsbieb. De schooldirecties merken ook vaak dat kinderen met 'lege brooddozen' naar school komen.
Met de hogere energiefacturen zal elk gezin minder saldo overhouden voor de aankoop van andere primaire goederen. Mensen in armoede voelen dit zeer snel en hebben geen reserves om dit op te vangen.
Aan de hand van een puntensysteem kunnen mensen een eigen keuze maken tussen een ruim aanbod producten zonder het gevoel te hebben in gedrang te komen. Op deze manier zetten we in op eigenaarschap en gaan we voedselverspilling tegen. Daarnaast begeleiden we mensen en moedigen we hen aan deel te nemen aan andere initiatieven zoals Tel-Oor, dit om geen afhankelijkheid te creëren van het aanbod.
Dit project kadert in SDG: SDG 1 geen armoede, SDG 2 geen honger en SDG 3 goede gezondheid en welzijn.
De sociale dienst bepaalt een duidelijke nood bij de cliënt aan extra ondersteuning op vlak van droge voeding en materiële ondersteuning. Hierbij wordt een klein financieel onderzoek gedaan op basis van de REMI-tool of leefgeldnorm.
De bedeling van de producten gebeurt op basis van een puntensysteem. Punten worden toegewezen naargelang de samenstelling van het gezin als volgt: 1 volwassene krijgt 40 punten, 15 punten per extra volwassene (volw = vanaf 12 jaar), 10 punten per kind extra (kind = onder 12 jaar).
Het bijzonder comité voor de sociale dienst beslist op basis van een individuele situatie om uitzonderingen toe te laten op basis van de criteria van doelgroepbepaling en de hoeveelheid van materiële ondersteuning.
De sociale dienst begeleidt de cliënt verder zodat mensen niet afhankelijk worden van dit materiële aanbod.