Er is noodzaak aan een tariefreglement voor de aanrekening van administratieve kosten ten gevolge van niet-tijdige betaling van diverse schulden.
Het reglement wordt ingevoerd voor de jaren 2026 tot en met 2031. Deze periode stemt overeen met de verdere duurtijd van de huidige legislatuur met één extra jaar (2031) om de continuïteit te verzekeren.
Middels de Wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht werden de kosten die aangerekend kunnen worden aan consumenten geplafonneerd.
De niet-tijdige betaling van diverse schuldvorderingen brengt administratieve prestaties en kosten met zich mee voor het AGB. Het bestuur is genoodzaakt bij niet-tijdige betaling van openstaande schulden bijkomende stappen te zetten om deze bedragen alsnog te innen, waaronder het versturen van aanmaningen, ingebrekestellingen of dwangbevelen, en het eventueel inschakelen van derden.
Het is billijk dat deze bijkomende kosten gedragen worden door de schuldenaar die aanleiding geeft tot de invorderingsmaatregelen.
Het hanteren van uiteenlopende tarieven afhankelijk van de aard van de schuldvordering en de aard van de schuldenaar leidt tot bijkomende complexiteit en onduidelijkheid bij de uitvoering van de invorderingsprocedure. Daarom wordt, met het oog op de administratieve vereenvoudiging en gelijke behandeling van schuldenaars, ervoor geopteerd om een uniform tarief toe te passen, ongeacht het type schuldvordering en rekening houdend met de maximumbedragen, zoals voorzien voor de schulden van de consument.
Het tarief wordt jaarlijks aangepast aan de evolutie van de consumptieprijsindex.
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 rekent AGB Arendonk een tarief aan voor de kosten verbonden aan de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen.
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder niet-fiscale schuldvordering: elke som van niet-fiscale aard verschuldigd aan het AGB in hoofdsom en bijbehoren, zoals niet-limitatief de retributies, huurgelden, schadevergoedingen …
Het bedrag van het tarief wordt bepaald als volgt:
Dit bedrag wordt vanaf 2027 jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de evolutie van de consumptieprijsindex (2013 = 100). Het bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor:
met in de noemer de consumptieprijsindex die van toepassing was in november 2025.
Het zo verkregen getal wordt afgerond naar het dichtste veelvoud van 10 cent als volgt:
het getal dat eindigt op 5, 6, 7, 8 of 9 cent wordt afgerond naar boven
Het tarief is verschuldigd door de nalatige debiteur. Het tarief wordt toegevoegd aan het openstaande bedrag en wordt samen met dit bedrag ingevorderd via de tweede aanmaning.
Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde sommen zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.
Bij betaling worden eerst de volgens dit tariefreglement aangerekende kosten aangezuiverd en vervolgens de openstaande niet-fiscale schuldvordering (hoofdsom en bijbehoren).
Bij vastgestelde wanbetaling, in het bijzonder als er sprake is van onwil, herhaling of nalatigheid, kan het directiecomité beslissen op advies van de bevoegde dienst de dienstverlening te schorsen of helemaal stop te zetten, zonder dat dit enig recht geeft op schadevergoeding in hoofde van de schuldenaar.
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Dit reglement wordt conform artikel 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur bekendgemaakt op de gemeentelijke website en bezorgd aan de toezichthoudende overheid.